• hoofd_banner_01

Gebruik de kruk op de juiste manier

Gebruik de kruk op de juiste manier

Krukken en wandelstokken zijn vaak gebruikte hulpmiddelen wanneer het bewegen van de onderste ledematen lastig is. Patiënten met een ernstig heupgewricht, knieartritis of enkelziekte, en ouderen die geen blessures hebben maar wel lastige benen en voeten hebben, worden bijvoorbeeld ook aanbevolen. Een wandelstok of krukken kunnen voorkomen dat het aangedane ledemaat gewicht draagt, helpen het lichaamsevenwicht te behouden en het dagelijks leven veiliger te maken. Maar er zijn veel voorzorgsmaatregelen bij het kiezen en gebruiken van wandelstokken.

Onderarmkruk 5
Let bij het kiezen van een kruk op de kwaliteit ervan en deze moet stabiel zijn. Het rubberen kussentje van het okselsteundeel moet elastisch zijn en het onderste uiteinde van de krukken moet een rubberen punt hebben. En als u zich zwak voelt in uw lichaam of benen, wankel loopt, verstuikte en pijnlijke gewrichten in de onderste ledematen heeft of artrose in de knie heeft, kunt u ervoor kiezen een wandelstok te gebruiken. Veel ouderen willen geen stok gebruiken uit angst gezien te worden als een teken van ouder worden, maar het gebruik van een stok kan je wel comfortabeler, veiliger en zelfstandiger maken.
Bij gebruik van krukken moet de bovenrand van de krukken bij rechtop staan ​​ongeveer 2 vingers onder de oksel liggen. De armleuning van de krukken moet zich ter hoogte van de heuplijn bevinden, of daar waar de handen hangen bij het staan, en de stand van de polsen. Bij het vasthouden van de armleuning buigt de elleboog lichtjes. Om schade aan de zenuwen en bloedvaten onder de oksels te voorkomen, moet het lichaam bij het staan ​​en lopen worden ondersteund door de handen in plaats van door de oksels.
Leun tijdens het lopen iets naar voren en beweeg de krukken ongeveer 30 cm naar voren. In eerste instantie lijkt het alsof het met het gewonde been naar voren gaat, maar in werkelijkheid wordt het gewicht naar de krukken verplaatst. Het lichaam bewoog zich tussen de krukken naar voren en werd uiteindelijk met een goed been op de grond ondersteund. Wanneer de benen stevig staan, ga je met krukken naar voren om je voor te bereiden op de volgende stap. Kijk tijdens het lopen vooruit en niet onder uw voeten. Draai tijdens het zitten uw rug naar een stabiele stoel (bij voorkeur met armleuningen). Geef de krukken aan één hand, raak met de andere hand de rugleuning van de stoel aan en ga langzaam zitten. Nadat u bent gaan zitten, draait u de krukken ondersteboven en plaatst u ze binnen handbereik van uw zij om te voorkomen dat de krukken wegglijden.

kruk2
Als u wilt opstaan, beweeg dan uw lichaam iets naar voren, plaats uw krukken op de hand aan de zijkant van uw gewonde been, steun uw lichaam en gebruik uw benen om het te ondersteunen. Wanneer u de trap op en af ​​gaat, houdt u met één hand de leuningen vast en met de andere de krukken. Als je naar boven gaat, ligt het goede been voor, het gewonde been achter en wordt het goede been gebruikt om het gewonde been te dragen. Als je naar beneden gaat, ligt het gewonde been voor en het goede been achter. Spring er één voor één af met goede benen. Als de trap geen leuningen heeft, kun je alleen met je armen om je heen op en neer springen. Onthoud: “goede benen gaan eerst omhoog, slechte benen gaan eerst naar beneden.”


Posttijd: 17 juli 2021